Het besluit van de Europese Unie om de export van plastic afval te verbieden, zowel binnen als buiten haar grenzen, markeert een significante verandering in het afvalbeheerbeleid. Dit besluit, onderdeel van een overeenkomst voor de regulering van afvaltransporten die op 17 november werd gesloten, heeft echter aanzienlijke zorgen gewekt bij spelers in de industrie zoals Valipac, een Belgische branchevereniging. Zij waarschuwen dat het verbod kan leiden tot de ineenstorting van de markt voor recycling van plastic verpakkingen.
Lokale opslag en mogelijke verbranding: de directe gevolgen
Onder de nieuwe regelgeving moet plastic afval dat in EU-lidstaten wordt verzameld, lokaal worden opgeslagen. Dit kan potentieel leiden tot meer verbranding, vooral als er geen kopers voor recycling worden gevonden binnen Europa of elders. Deze verschuiving vormt een aanzienlijke uitdaging, vooral gezien de betrokken volumes. Zo verbruikt België alleen al jaarlijks 100.000 ton aan commerciële plastic verpakkingen, waarvan momenteel ongeveer 24.000 ton wordt geëxporteerd buiten de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Het perspectief van Valipac: een markt in gevaar
Valipac, verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van commercieel en industrieel verpakkingsafval in België, benadrukt de nijpende situatie. Ze stellen dat het onvermogen om ingezameld plastic te exporteren, gecombineerd met de ontoereikende recyclingcapaciteit van Europa, kan leiden tot een ineenstorting van de vraag. De zorg is dat het kostenverschil tussen verpakkingen gemaakt van nieuw plastic en recyclaat het eerste economisch aantrekkelijker maakt. Dit is verergerd door het feit dat Europees plastic afval voornamelijk wordt geëxporteerd voor recycling tot secundaire producten zoals vuilniszakken, vanwege de lage vraag naar gerecycled plastic binnen de EU.
Het risico van een ineenstorting van de markt en de roep om interventie
De organisatie waarschuwt dat zonder tijdige interventie de markt voor plastic verpakkingsafval dreigt in te storten vanwege het gebrek aan verkooppunten in Europa, verergerd door het exportverbod naar niet-OESO-landen. Dit zou de voortgang naar een circulaire economie op korte termijn kunnen belemmeren, ondanks de regelgevende intenties van de EU.
Het in evenwicht brengen van milieudoelstellingen en de realiteit van de industrie
Terwijl milieuorganisaties de politieke overeenkomst van de EU om een einde te maken aan het ‘afvalkolonialisme’ prijzen, Recyclingindustrie Confederation (EuRIC) erkent de dringende noodzaak om recyclinginspanningen binnen Europa te versterken. Dit om een crisis te voorkomen die door de nieuwe regelgeving is veroorzaakt.
Valipac zelf neemt proactieve maatregelen en stimuleert bedrijven om plastic verpakkingen te gebruiken met ten minste 30%-recyclaat. De industrie staat echter voor nieuwe uitdagingen met de toestroom van geïmporteerde kunststoffen die als gerecycled (rPET) zijn gelabeld en die worden aangeboden tegen prijzen waarmee EU-recyclers moeilijk kunnen concurreren.
Conclusie: Een pad voorwaarts navigeren
Het besluit van de EU is weliswaar prijzenswaardig voor het milieu, maar brengt complexe uitdagingen met zich mee voor de recyclingindustrie. Het vereist een herwaardering van de lokale recyclingcapaciteiten en een gezamenlijke inspanning om milieuaspiraties in evenwicht te brengen met economische realiteiten. Naarmate de situatie evolueert, zal het cruciaal zijn om de impact op de recyclingmarkt en het bredere doel van een duurzame, circulaire economie te monitoren.